Nu energieverbruik terecht onder een vergrootglas ligt en er overal nog eens gekeken wordt waar het zuiniger kan, is het misschien ook wijs om nog eens naar IT te kijken. Het is onmisbaar geworden en zal niet meer verdwijnen. De voordelen zijn enorm, dat ziet iedereen wel in. Toch mag er ook naar dit vakgebied best eens kritisch gekeken worden als het aankomt op energieverbruik.
De kern is denk ik als volgt samen te vatten; 'efficiënt is vaak automatisch zuinig'. Maar is het internet wel efficiënt? Is al die hardware en software op zijn allerbest? Of is er ruimte voor verbetering? In mijn ogen is er een behoorlijke ruimte voor verbetering. Laten we er willekeurig eens wat uitpikken.
Oude e-mail opruimen
Recent kwam in het nieuws dat er een oproep gedaan werd aan iedereen om het e-mailpostvak eens goed op te ruimen. Als iedereen zijn oude e-mails weggooit dan zijn er minder hardeschijven nodig. En minder hardeschijven betekent weer minder stroomverbruik. Een nobel idee. Het werkt ook zo. Maar het voelde toch aan als een duppel op een gloeiende plaat.
Vaak vergeten datacenters
Het internet is een verzameling van apparaten die met elkaar verbonden zijn. Van een telefoon of laptop in huis, tot zogenaamde servers in datacenters en alle kabels er tussenin. Datacenters staan vaak op industrieterreinen. Een soort loodsen, vaak met meerdere etages. Op elk van die etages staan rijen kasten. En in elk van die kasten zitten tientallen computers.
Deze computers noemen we servers. Ze zijn bijna niet herkenbaar als computer, want ze hebben geen toetsenbord, muis of beeldscherm. Het is een metalen doos met een hardeschijf, processor en wat andere basisbenodigdheden. Zoals een netwerkkaart met een kabelverbinding naar de buitenwereld. Deze servers draaien 24/7 omdat verschillende mensen op verschillende tijden van de dag er iets van verlangen. Zoals het ophalen van e-mail.
Veel van deze datacenters maken er een sport van om energie te besparen. Dit kan met groene energie en zelfs op het eigen dak met zonnepanelen. Maar ook door te koelen met zeewater in plaats van dure airconditioning. Want 30 tot 55% van de energie wordt gebruikt voor het koelen. In sommige steden wordt die restwarmte daarom zelfs gebruikt voor stadsverwarming.
Het gebruik van energie, maar ook het bewust en het zuinig hiermee omgaan is dus goed in beeld bij datacenters. Dat is belangrijk.
Software verbruikt ook energie
Waar energie veel minder in beeld is, of zeg maar gerust niet, is in de softwarewereld. Want het is toch de hardware die energie verbruikt? Dat heeft mij altijd verbaasd. Software en hardware zijn twee handen op één figuurlijke buik. Elke instructie van software wordt een fysieke handeling voor hardware. Uitgevoerd door elektronen.
Als we heel even een stapje terug doen in de tijd dan kunnen we stellen dat software als doel had om de eindgebruiker te bedienen. Het moest prettig en goed werken. De schrijvers van die software moesten echter niet bang aangelegd zijn. Het was zware materie, vaak met veel wiskunde en weinig tot geen hulpmiddelen.
Als we weer even vooruitspoelen naar het heden dan is het heel anders geworden. Het maken van software is veel gemakkelijker gemaakt. Er is nu software om software mee te maken. Ja echt. Dat noemen we dan vaak frameworks in dit vakgebied. De doelstelling van een framework is om het makkelijker en minder tijdrovend te maken voor een softwareontwikkelaar. De eindgebruiker heeft er niets aan.
Gemak en ontwikkelkosten
Frameworks kunnen idealistisch uit zijn op het toegankelijker maken van softwareontwikkeling voor iedereen. Maar frameworks zijn soms ook gewoon commercieel gedreven; simpelweg om softwareontwikkeling eenvoudiger en dus goedkoper te maken.
Een framework is eigenlijk een tolk. Het pakt 'eenvoudige computercode' aan en vertaalt deze naar 'moeilijke computercode'. De programmeur schrijft de computercode dus in de taal van het framework, en die vertolkt het en stuurt het door naar het onderliggende computersysteem dat een moeilijkere taal gebruikt.
Anno 2022 zijn er zelfs frameworks die vertalen richting een ander framework, die op zijn beurt weer spreekt met het onderliggende systeem. Meerdere vertaalslagen dus. Het werkt vaak prettig als programmeur, toch heeft het ook nadelen.
Frameworks zijn er voor de eenvoud van ontwikkeling. Zo kunnen er meer programmeurs mee uit te voeten en niet alleen specialisten. De frameworks bieden daarom vele manieren om de bocht af te snijden met makkelijke kant-en-klare oplossingen. Soms wel honderden.
Verloren efficiëntie
De meeste hedendaagse programmeurs zijn daarom vaak handig met één framework. Ze hoeven door dat framework de moeilijkere onderliggende talen ook niet meer te kennen. Die beheersen ze dan ook vaak niet meer. Daarmee ontsnapt ook het concept van die laag aan de aandacht.
Maar als het framework een oplossing mist, dan is voor hen de enige oplossing om er een ander framework bij te pakken. Alleen groeit hierdoor de software natuurlijk weer. De twee frameworks hebben daarnaast vaak weer overlappende oplossingen en waarschijnlijk wordt van geen van beide veel gebruikt. Soms zelfs heel weinig.
Dat heeft weer tot gevolg dat er meer meer opslagruimte nodig is. Maar ook moet de computer elke keer heel veel computercode inladen en verwerken. Dat zijn allemaal verspilde elektronen. Tot slot is er ook nog de potentie voor meer problemen. Want meer code betekent altijd meer bugs en meer aanvalsmogelijkheden.
Onnodige verspilling
Door de wens van goedkopere software bij aanschaf is er steeds minder expertise en komen er steeds meer frameworks. Opeenstapelingen van frameworks zelfs. En hierdoor is er onnodig veel computercode in software. Code die op verschillende manieren onnodig energie kost. Maar dat is niet het enige.
Daarnaast wordt er namelijk geschat dat rond de 60% van het internetverkeer niet gaat om mensen, maar om robots. Software robots. Niet van die blikken figuren met armen en benen. Afijn, sommige robots komen informatie verzamelen, maar de meeste hebben kwaadaardige bedoelingen. Robots van criminelen dus. Elk van die bezoeken door robots verspillen computerkracht. Het gebruik van een webapplicatie firewall kan veel van deze robots weren. En dat bespaart weer energie. Het klinkt als iets onzinnigs, maar op de schaal waarop dit wereldwijd op internet gebeurt maakt het echt een verschil.
Websites bieden ook steeds vaker een donker thema aan. Meestal omdat het prettig voor de ogen is, vooral in de avond. Maar waarom zijn websites eigenlijk vooral wit? Het toetsenbord is een kleinkind van de typmachine. Herkenbaar aan 'carriage return', ook bekend als 'enter'. Carriage return is letterlijk wat er op een ouderwetse typmachine gebeurde nadat het belletje klonk aan het einde van de regel.
Zijn websites daarom wit? Omdat papier wit was? Als het om contrast gaat dan kan het eenvoudig omgedraaid worden. Met papier en boeken was dat natuurlijk anders. Hoe dan ook, beeldschermen gebruiken de meeste energie om de kleur wit te laten zien. Het lampje van de pixel moet op zijn helderst aan. Voor de kleur zwart mag het juist uit. Als meer software een donker thema aan zou nemen, dan zou dit wereldwijd een enorm verschil maken in energieverbruik.
Bewust je best doen
Bij Exclusive-IT maken we een sport van efficiëntie, dat doen we al ruim 15 jaar. Ook als er de juiste balans tussen investering en oplossing gezocht wordt. Voorbeelden hiervan zijn onze bewuste keuze om gebruik te maken van één van de meeste groene datacenters in Nederland. Maar ook hoe we direct dieper gelegen talen gebruiken en hierbij elke letter afwegen in ons werk, vanuit meerdere perspectieven.
IT heeft ook een plek in een wereld die bewust omgaat met het klimaat en energie. Het zal moeten. De kleine details maken hierin op grote schaal het verschil. Laten we ons hier ook bewust van blijven in IT.